gedachten, ideeën, meningen

Tagarchief: opgroeien

In 2004 werd ik moeder. Op mijn borst werd een klein manneke neergelegd, dat gelijk over me heen pieste, maar dat deerde niet. Ik was verliefd. Smoorverliefd. En ik realiseerde me dat mijn leven nooit meer hetzelfde zou zijn.

Mijn mama kreeg mij in 1973. Ze was toen al moeder, want mijn broer werd in 1971 al geboren. Ik kan me zo voorstellen dat zij ook smoorverliefd was op haar zoon toen hij bij haar werd gelegd (overigens een wonderschoon kind). Ook zij zal zich toen gerealiseerd hebben dat haar leven nooit meer hetzelfde zou zijn.

Zelf is ze geboren in 1946, in Indië. Het jongste kind na 3 andere kinderen. Ik weet niet precies of haar vader toen nog in beeld was, maar ik weet wel dat haar moeder er grotendeels alleen voor heeft gestaan. Toen zij naar Nederland kwamen, was mijn oma een alleenstaande vrouw met 4 kinderen.

Mama was een heel blank meisje, vergeleken met haar broers en zuster. Met haar lichte ogen, lichte huid en prachtige haar, was ze wel een verschijning. Ze groeide op in Borne, werd opgevoed door mijn oma. Oma was een behoorlijke tough cookie. Ga er maar aan staan, in die tijd. Een gescheiden vrouw in een land dat niet ‘jouw land’ is, keihard werken om rond te komen. Klagen was er niet bij.

Mijn mama is ook een tough cookie. En wat voor eentje! Op haar 18e ging ze op avontuur in Amerika en Canada. Met een vriendin ging ze daar werken. Toen ze terug kwam, trouwde ze met mijn pa. Ik denk dat hij op dat moment behoorlijk benijd zal zijn door menig man. Mijn moeder was (en is) een ongekend mooie vrouw en mijn pa… nou ja… die moest het denk ik hebben van zijn ongekende charme en niet van zijn sideburns en pornosnor (sorry pap! Je bent wel lekker opgedroogd).

Mijn moeder heeft altijd gewerkt, ook toen wij er waren. Klaagde niet en voedde daarnaast ons op. Dat dit niet altijd eenvoudig kan zijn geweest, weet je pas als je in haar schoenen mag staan. Ondanks dat pap en zij werkten, hadden wij altijd een warm thuis. Ze was er niet altijd, maar elke avond stond er een maaltijd op tafel, we konden sporten, we werden geholpen met ons huiswerk. En iedereen was altijd welkom bij ons. Vriendjes, vriendinnetjes, de basketbalmaatjes van mijn broer, buurkinderen… alles kon.

En natuurlijk hadden wij ruzie. Ik was een etterige puber, zoals alleen meisjes dat kunnen zijn. Dwars, eigenwijs, grote mond, lui. You name it, I did it. Maar ik had het ook heel gezellig met mama. We gingen winkelen, lunchen, op pad. De echte ruzies bewaarde ik voor mijn pa, omdat we gewoon heel erg op elkaar lijken.

Dat ik het haar toen niet altijd makkelijk heb gemaakt, realiseer ik me nu pas echt, nu ik zelf mama ben, nu ik zelf beslissingen moet nemen, die zij toen ook moest maken. Ze liet ons los, waar dat kon. Dat dit niet altijd eenvoudig kan zijn geweest, is me duidelijk.

En dan het ‘tough cookie’ deel… mijn moeder heeft zo onwijs veel mee moeten maken in haar leven. De meeste dingen zijn te privé om te delen. Toch kleine greep: zij overwon borstkanker. Toen zij net klaar was met de behandelingen, werd zij samen met mijn vader aangereden op een zebrapad en kwam daar goed vanaf. Zij steunde mij toen ik weg ging bij de vader van mijn kinderen. Zij verloor contact met mensen en werd daarin gekwetst. Zij steunt mijn vader, onvoorwaardelijk (ze kunnen kibbelen als de besten, die twee, maar dat hoort bij ze), toen hij ziek werd, zette ze de schouders eronder. Nu ze weet dat mijn broer en ik ons redden, kan ze zich nog steeds zorgen om ons maken, maar haar allergrootste zorg zit in haar kleinkinderen. Vier van hen groeien op in een gebroken gezinssituatie en zij leeft voor alle vijf die kleinkinderen. De zorgen uit ze soms bij mij, maar zet ze liever om in daden voor die vijf.

Maar waar ze ook doorheen moet, zij gaat door. Soms breekt ze even en zie ik haar tranen. Ik zal nooit vergeten hoe ze reageerde toen ze te horen kreeg dat ze borstkanker had. Ik was daarbij, wilde mijn arm om haar heen slaan, maar zij zei: ‘nee, we gaan hier niet huilen, dat wil ik niet!’ Altijd sterk, in elk geval ogenschijnlijk. Altijd doorpakken. Nooit bij de pakken neerzitten.

Heeft dit haar hard gemaakt? Emotieloos misschien? Nee, verre van dat. Mijn mama is lief en zorgzaam. Niet alleen voor ons, maar ook voor elke ‘stray dog’ die aan komt en die ze mag (dat is wel een vereiste hoor, want daar is ze dan weer niet zo makkelijk in). Zij heeft mij door vele verdrietige periodes geholpen. Nooit zal ik vergeten wat ze deed toen mijn hart in gruzelementen lag, vanwege een verbroken relatie. Ze veroordeelde de relatie, maar heeft me opgevangen zonder veroordeling of een ‘I hate to say I told you so!’. Ze was er. Voor mij. Ze is er voor mijn kinderen, voor als die eens iets niet met hun moeder willen bespreken. Ze voorziet ons van voedsel en stopt daar al haar liefde in (bedankt voor de extra kilo’s mam).

Mijn mama… in heel veel dingen mijn voorbeeld, mijn steun en toeverlaat, mijn rots, superoma, klankbord, mijn tough cookie. Dat laatste heb ik dan weer niet van haar overgenomen, maar zie ik terug in mijn dochter. Ik hoop dat ze nog heel lang bij ons is, in goede gezondheid. Je bent een uniek exemplaar en een uit duizenden en ik ben er trots op dat ik jou mijn moeder mag noemen.


Terugkijken. Ik doe het niet graag. Liever kijk ik vooruit, naar wat er komen gaat, naar de doelen die ik heb. Toch is het elk jaar, zo tegen het einde, even tijd om terug te kijken op het afgelopen jaar. Voor mij gaat 2018 niet persé de boeken in als een goed jaar…

En toch begin ik met het goede, waar ik 2017 ook mee afsloot: pa lijkt een voorzichtige lange neus te maken naar de kanker die hem heeft getroffen. Schoon wordt hij nooit, maar het ziet er naar uit dat we nog jaren voort kunnen met hem. Dat hij een keer per maand ziek is van de hormonenprik, dat nemen we voor lief.

Ook goed is dat ik in augustus mijn zo felbegeerde KRMT diploma haalde en ook als makelaar aan de slag ben inmiddels. Ik ben daar ongelofelijk trots op, omdat het niet makkelijk is geweest om alles naast mijn gezin bol te werken. Zonder Pieter’s onvoorwaardelijke steun en de steun van mijn kinderen had ik dit nooit kunnen doen. Vooral de laatste weken waren niet erg makkelijk, omdat zich van alles voltrok om me heen.

En daarmee kom ik dan ook op het grootste dieptepunt van 2018: het einde aan het co-ouderschap met de vader van mijn kinderen. Iets wat voor mij toch voelt als een falen van iets wat ik zo graag wilde: een veilig en warm thuis bij beide ouders voor mijn kinderen. Het is niet gelukt. De kinderen hebben ervoor gekozen om bij ons te komen wonen en om het weekend naar hun vader te gaan. Van veel mensen kreeg ik te horen “oh, heerlijk toch dat ze nu altijd bij jou zijn?” Zo voelt dat voor mij niet. Begrijp me niet verkeerd: ik ben ontzettend blij dat ze bij ons hun thuis hebben, dat ze hier graag zijn, dat we samen een gezin zijn. Maar ze hebben ook een vader, die, ondanks dat hij dit zelf veroorzaakt heeft, ongelofelijk verdrietig moet zijn dat dit zo is gelopen. Hoe het ook zij: de oudste vindt de weekend regeling prima, maar de jongste worstelde nog steeds en besloot de deur helemaal dicht te gooien. Dat besloot ze niet zomaar. Dat besloot ze na veel verdriet, boosheid en frustratie. Ik hoef denk ik niemand uit te leggen dat er niets zo moeilijk is als de worsteling van je kind te moeten aanschouwen. Zo goed mogelijk hebben we haar begeleid, hebben we haar gesteund, hebben we met haar gesproken. Zij maakte keuzes die je op je 13e niet zou moeten maken en voerde gesprekken die ze niet zou moeten voeren. Want hoe vertel je je vader in godsnaam op een respectvolle manier dat je zo niet verder wilt. En toch deed ze het. En zo wordt een dieptepunt tegelijk een hoogtepunt.

Een hoogtepunt dat voortkomt uit een dieptepunt. Ik heb mijn kinderen namelijk uit zien groeien tot twee zeer mondige en welbespraakte pubers. Pubers die hun eigen gevoel goed hebben kunnen verwoorden en die een goed gesprek kunnen voeren. Pubers die zijn opgekomen voor zichzelf en hun eigen gevoel en daarbij niet de makkelijke weg hebben gekozen. Uiteindelijk heeft het tot rust geleid en ik durf te beweren dat onze, toch al sterke, band alleen maar sterker en hechter is geworden. Niet alleen die van hen en mij, maar ook de band met Pieter en die met mijn ouders. Samen zullen en willen zij nooit hun vader vervangen, maar ze weten dat ze er ook terecht kunnen als er iets is. Ons gezin is er hechter door geworden, ook al vergde het van ons allemaal wat aanpassingsvermogen.

Naast dat grote hoogtepunt, waren er vele kleine geluksmomentjes: vakantie, weekendtrips, stap avondjes, dagen met familie, etentjes, een gala, wandelingen, wijn en ga zo maar door.

2019 zal ongetwijfeld hoogte- en dieptepunten bevatten. Ik hoop dat de hoogtepunten de dieptepunten zullen overtreffen, dat de gezondheid voor ons allemaal goed zal blijven, dat de deur voor mijn ex weer een stukje verder opengaat bij mijn jongste, dat we onze 5e huwelijksdag mogen vieren, dat de kinderen meer rust krijgen, dat we elke dag weer veilig thuis komen… Dan kunnen we die dieptepunten ook wel weer aan. Keep it safe!


Hij was niet helemaal gepland, helemaal niet eigenlijk. Ik was aan het revalideren na een ski ongeluk en kon niet lopen en ondertussen werd er ook hard geklust aan onze jaren ’30 woning. Niet gepland, maar onwijs welkom, dat kleine ventje in mijn buik. Lees verder


Het was april 2003 en ik was net een week of 3 uit het ziekenhuis. Ik was geopereerd aan een tibiafractuur, opgelopen na een weekendje skiën en moest nog wel even revalideren. En ik moest ongesteld worden, maar dat gebeurde steeds niet. “Komt vast door de narcose en de morfine”, dacht ik. Of… Toch…? Lees verder